Surfen: zowel indoor als outdoor

Ga je binnenkort surfen? Of weet je niet zo goed wat het inhoudt? Bij surfen heb je de mogelijkheden om binnen te surfen, maar natuurlijk ook buiten. Hierin zit natuurlijk ook een verschil. Wat is het verschil? En wat moet je weten voordat je gaat surfen? Lees dan snel verder! 

1. Outdoor surfen

Golfsurfen is de officiële namen voor surfen. Surfen is een watersport en als je gaat surfen maak je gebruik van de kracht van golven terwijl je op een surfplank staat. Je probeert dan zo goed mogelijk er niet van af te vallen, maar juist goede balans vinden. Het is een erg uitdagende en avontuurlijke sport, want het vraagt best veel van je. Je moet natuurlijk goed op de golven letten, maar ook op jezelf. Als je wilt gaan surfen is het handig om veel balans te hebben, genoeg kracht en je moet niet bang zijn voor wat water. Er zijn verschillende sporten ontstaan vanuit surfen, denk bijvoorbeeld aan wakeboarden of windsurfen. 

Surfen is van oorsprong een sport die is ontstaan in Polynesië. De mensen in Polynesië hebben toen de sport meegenomen naar Hawaii en vanaf daar werd surfen een wereldwijde sport. Ondertussen is surfen ook één van de sporten van de Olympische Zomerspelen. 

2. Indoor surfen

Wil je graag eerst nog oefenen voordat je de echte golven op gaat? Dan kan je ook indoor surfen. Dit is een goede manier om te oefenen met je vaardigheden in het surfen. Je voelt dan misschien niet evenveel wind en water als dat je normaal zal voelen, maar zo oefen je wel.

Vaak wordt indoor surfen geoefend in een soort hal. In deze hal staat een soort zwembad die allemaal golven kan na maken, zodat je het gevoel krijgt dat je echt aan het surfen bent. Je hebt een flowrider en ook de wavepool. Deze twee soorten zijn het meeste bekend en komen het vaakste voor. Een flowrider is een soort kleine helling waar je op surft. Je krijgt hier met golven te maken van ongeveer dertig tot zeventig kilometer per uur. Het is ook mogelijk om te gaan bodyboarden op de flowrider. Tijdens bodyboarden ga je dus echt met je lichaam op een wat kleinere plank als een normale surfplank tegen de golven in. 

Zoals eerder is vernoemd heb je ook de wavepool. Dit is een groter bad als de flowrider. Hier worden echte golven na gemaakt. Doordat deze golven wat realistischer zijn, wordt het ook een stuk moeilijker om hierop te surfen. De golven is een wavepool bad kunnen erg hoog worden maar liefst 1,80 meter. In Nederland zijn er niet veel plekken om bij een wavepool te gaan oefenen, maar in Den Haag is er wel een bad waar dat nu mogelijk is.

Sommige binnenzwembaden hebben ook een flowrider, dit is het wat kleiner bad waar je op kan oefenen. Hierbij staan dan ook vaak werknemers van het zwembad die er ook echt verstand van hebben. 

3. Benodigdheden

Als je van plan bent om te gaan surfen heb je ook verschillende benodigdheden nodig. Je kan deze spullen ook vaak huren, maar als je het echt vaak wilt gaan doen dan is het handig om het echt te kopen. Het meest logische wat je nodig bent is natuurlijk een surfplank. Je hebt allerlei soorten surfplanken, zo heb je bijvoorbeeld een longboard of een shortboard. Je hebt al deze soorten, want elke plank is weer geschikt voor verschillende golven en ook je surfniveau hangt ervan af welke plank je moet halen.

Ook moet je een wetsuit aanschaffen. Dit is een pak die je kan beschermen tegen de lage temperaturen van het water waar je op surft. Dit pak zorgt er dus voor dat je warm genoeg blijft. Bij het aanschaffen van een wetsuit moet je ook goed even letten op de watertemperatuur en ook de weersomstandigheden van de plek waar je gaat surfen. 

Ook is het handig dat je een leash aanschaft. Dit is een soort touw wat je aan je enkel vastbindt en ook aan de surfplank. Dit zorgt ervoor dat je niet je surfplank kwijt raakt als je een keer valt.